Albert F. Feenstra vraagt zich af wat hij moet doen om wat geluk in zijn leven te krijgen. Moet hij het opjagen, het in een hoek drijven en vangen? Of juist niets doen en wachten tot het aanbelt en met een bos rozen voor hem staat? Wanneer hij te horen krijgt dat hij kanker heeft worden deze vragen nog actueler. Het is misschien nog te genezen, maar Albert weet niet of hij dat wel wil. Hij stelt acties en voorwaarden op die zijn leven zinvoller moeten maken. Van zijn oncoloog krijgt hij drie maanden bedenktijd. Drie maanden om te beslissen tussen behandeling en de dood.
Wanneer hij de onvoorspelbare Brechje ontmoet hoopt hij de liefde van zijn leven gevonden te hebben. Zij brengt zijn leven in een stroomversnelling maar laat hem niet toe tot het…